Synonyms:
Pulmonale embolie, Longembolie, Bloedvatblokkade in de longen, Longstolsel

Longembolie is een ernstige aandoening waarbij een bloedstolsel een longvat blokkeert, wat leidt tot ademhalingsproblemen en pijn op de borst. Spoedbehandeling is essentieel.

In het kort:

Een longembolie is het gevolg van een bloedstolsel dat zich verplaatst naar de longen en daar een bloedvat blokkeert.

Dit kan ernstige gevolgen hebben, zoals ademhalingsproblemen en hartcomplicaties. Hoewel het geen ziekte op zich is, kan het wel ontstaan door onderliggende ziekten, zoals trombose.


Er zijn verschillende soorten longembolieën te onderkennen, vaak afhankelijk van de oorzaak en het verloop van de aandoening.

De meest voorkomende soorten zijn:

  • Acute longembolie: Dit is de meest voorkomende vorm, waarbij een bloedstolsel plotseling de bloedstroom naar de longen blokkeert. Dit kan levensbedreigend zijn en vereist onmiddellijke medische behandeling.
  • Chronische longembolie: In dit geval is er een langdurige blokkade van de bloedvaten in de longen, wat kan leiden tot blijvende schade en verminderde longfunctie. Dit kan zich ontwikkelen na herhaalde acute longembolieën.
  • Verkalkte longembolie: Dit type ontstaat door afzettingen van calcium in de longvaten, meestal als gevolg van eerdere schade of ontsteking.
  • Luchtembolie: Dit komt voor wanneer luchtbellen in de bloedbaan terechtkomen en de longvaten blokkeren, wat minder gebruikelijk is maar ook ernstig kan zijn.
  • Vette longembolie: Dit kan optreden na botbreuken of andere letsels waarbij vetcellen in de bloedbaan terechtkomen.

Elke soort longembolie heeft unieke symptomen, oorzaken en behandelingen, maar de symptomen zijn vaak vergelijkbaar, zoals kortademigheid, pijn op de borst en snelle hartslag.

Vroegtijdige diagnose en behandeling zijn cruciaal voor de beste uitkomst.

Veelvoorkomende symptomen van een longembolie kunnen variëren afhankelijk van de grootte van het bloedstolsel en de mate waarin de longvaten geblokkeerd zijn.

De belangrijkste symptomen zijn:

  • Kortademigheid: Dit is een van de meest voorkomende symptomen en kan plotseling optreden, zelfs in rust.
  • Pijn op de borst: De pijn voelt vaak scherp aan en wordt erger bij diep ademhalen (pleurale pijn).
  • Snelle hartslag (tachycardie): Een verhoogde hartslag is een reactie van het lichaam op het verminderde zuurstofgehalte in het bloed.Hoesten: Soms kan dit gepaard gaan met het ophoesten van bloed (hemoptoë).
  • Duizeligheid of flauwvallen: Door een verminderde bloedtoevoer kan de bloeddruk dalen, wat leidt tot duizeligheid.
  • Zwelling of pijn in het been: Dit kan wijzen op diepe veneuze trombose (DVT), een veelvoorkomende oorzaak van een longembolie.
  • Blauwe of bleke huid: In ernstige gevallen kan zuurstoftekort leiden tot een blauwachtige tint (cyanose) van de huid.

Als je een combinatie van deze symptomen ervaart, vooral kortademigheid en pijn op de borst, is onmiddellijke medische hulp noodzakelijk, omdat een longembolie levensbedreigend kan zijn.

De oorzaken van een longembolie zijn meestal gerelateerd aan de vorming van een bloedstolsel dat een longslagader blokkeert.

De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Diepe veneuze trombose (DVT): Dit is de meest voorkomende oorzaak van een longembolie. Hierbij ontstaat een bloedstolsel in de diepe aderen, vaak in de benen, dat kan loskomen en via de bloedbaan naar de longen reist.
  • Immobiliteit: Langdurige inactiviteit, zoals tijdens een lange vlucht of ziekenhuisopname, verhoogt het risico op bloedstolsels in de benen die kunnen leiden tot een longembolie.
  • Chirurgie: Vooral operaties aan het bekken, de heupen, de benen of de buik kunnen het risico op bloedstolsels verhogen.
  • Overgewicht: Mensen met obesitas hebben een verhoogd risico op bloedstolsels en daarmee op een longembolie.
  • Zwangerschap: De verhoogde druk op de bekkenaderen tijdens de zwangerschap kan de kans op bloedstolsels vergroten.
  • Hormoontherapie of anticonceptie: Het gebruik van hormonale anticonceptiva of hormoonvervangende therapieën kan de kans op bloedstolling verhogen.
  • Kanker: Sommige soorten kanker en chemotherapie kunnen het risico op het ontwikkelen van bloedstolsels verhogen.
  • Hartziekte: Mensen met bepaalde hartproblemen hebben meer kans op het ontwikkelen van bloedstolsels, wat kan leiden tot een longembolie.
  • Roken: Roken verhoogt het risico op bloedstolsels, vooral in combinatie met andere factoren zoals hormonale anticonceptiva.

Elke factor die de bloedstroom vertraagt of de bloedstolling verhoogt, kan het risico op een longembolie vergroten. Het herkennen van deze risicofactoren is belangrijk voor preventie en vroege detectie.

De behandeling van een longembolie is afhankelijk van de ernst van de aandoening en de algehele gezondheid van de patiënt. Het doel van de behandeling is om het bloedstolsel op te lossen of te voorkomen dat het groter wordt, en om nieuwe stolsels te voorkomen.

De meest voorkomende behandelingen zijn:

  • Antistollingsmedicatie (bloedverdunners):
    • Dit is de standaardbehandeling voor een longembolie. Medicijnen zoals heparine, warfarine, of nieuwere middelen zoals rivaroxaban en apixaban worden gebruikt om de vorming van nieuwe stolsels te voorkomen en bestaande stolsels te stabiliseren.
    • Bloedverdunners lossen het stolsel niet op, maar voorkomen dat het groter wordt terwijl het lichaam het zelf afbreekt.
  • Trombolytica (stolseloplossende medicatie):
    • Deze medicijnen, zoals alteplase, worden soms gebruikt in noodsituaties bij een grote of levensbedreigende acute longembolie. Ze lossen snel het bloedstolsel op, maar worden vanwege het verhoogde risico op ernstige bloedingen alleen gebruikt in ernstige gevallen.
  • Chirurgische ingreep:
    • In zeldzame gevallen, zoals bij zeer grote stolsels die niet reageren op medicatie, kan een chirurgische ingreep nodig zijn om het stolsel handmatig te verwijderen (embolectomie).
  • Inferieure vena cava (IVC)-filter:
    • Dit is een klein apparaatje dat in de vena cava (grote ader) wordt geplaatst om te voorkomen dat stolsels vanuit de benen naar de longen reizen. Dit wordt meestal gebruikt bij patiënten die geen bloedverdunners kunnen nemen.
  • Zuurstoftherapie:
    • Als de longfunctie ernstig is aangetast, kan extra zuurstof nodig zijn om de zuurstofniveaus in het bloed te verhogen.
  • Ondersteuning van de bloedsomloop:
    • In ernstige gevallen waarbij de bloeddruk gevaarlijk laag is (shock), kan een patiënt intensieve zorg nodig hebben, zoals medicatie om de bloeddruk te verhogen of vloeistoffen via een infuus.

De behandeling van een longembolie moet snel worden gestart om complicaties zoals longschade of hartproblemen te voorkomen. Daarnaast zal langdurige antistollingstherapie vaak worden voortgezet om herhaling van een longembolie te voorkomen.

Een longembolie kan verschillende complicaties veroorzaken, afhankelijk van de grootte van het stolsel, de ernst van de blokkade en hoe snel de behandeling wordt gestart.

Enkele van de meest voorkomende complicaties zijn:

  • Pulmonale hypertensie: Dit is een verhoogde bloeddruk in de longslagaders als gevolg van langdurige obstructie door een stolsel. Het hart moet dan harder werken om bloed door de vernauwde vaten te pompen, wat kan leiden tot hartfalen.
  • Chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH): Dit is een zeldzame, maar ernstige complicatie waarbij de bloeddruk in de longen blijvend verhoogd is door onbehandelde of herhaalde longembolieën. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de longen en hartfalen.
  • Rechtszijdig hartfalen: Omdat het hart meer moeite heeft om bloed door de longen te pompen bij een longembolie, kan dit leiden tot falen van de rechterharthelft. Dit staat ook bekend als cor pulmonale.
  • Longinfarct: Wanneer een groot deel van de long geen bloed meer ontvangt door de blokkade, kan het longweefsel afsterven. Dit kan leiden tot blijvende schade aan het longweefsel en chronische ademhalingsproblemen.
  • Risico op recidiverende longembolieën: Zonder adequate behandeling kan een persoon die een longembolie heeft gehad, een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van nieuwe stolsels en herhaalde episodes van longembolie.
  • Schade aan andere organen: Een ernstige longembolie kan de zuurstoftoevoer naar andere vitale organen zoals de hersenen en nieren verminderen, wat kan leiden tot complicaties zoals orgaanfalen.
  • Plotselinge dood: In zeer ernstige gevallen kan een grote acute longembolie leiden tot een snelle verslechtering van de hart- en longfunctie, wat fataal kan zijn als er niet onmiddellijk wordt ingegrepen.

Gezien deze mogelijke complicaties is het cruciaal om een longembolie snel te diagnosticeren en te behandelen, en om verdere stolsels te voorkomen door langdurige antistollingsmedicatie of andere preventieve maatregelen te nemen.

Nabehandeling en preventie zijn essentieel na een longembolie om herhaling te voorkomen en complicaties te beperken. De nabehandeling kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de ernst van de longembolie en de onderliggende oorzaken.

Nabehandeling na een longembolie:

  • Langdurige antistollingsmedicatie:
    • Na een eerste behandeling met bloedverdunners (zoals heparine of DOAC’s), moeten veel patiënten voor een langere periode doorgaan met bloedverdunners, meestal tussen 3 en 6 maanden, maar soms levenslang bij herhaalde longembolieën of als er sprake is van een verhoogd risicoprofiel.
  • Monitoring van bloedstolling:
    • Bij het gebruik van bepaalde antistollingsmiddelen (zoals warfarine) is regelmatige controle van de bloedstolling (INR-waarde) nodig om ervoor te zorgen dat het bloed niet te dun of te dik wordt.
  • Fysieke revalidatie:
    • Na een longembolie kan fysieke revalidatie worden aanbevolen om de conditie van de longen en het hart te verbeteren. Dit omvat vaak lichte oefeningen om de bloedsomloop te verbeteren en verdere bloedstolsels te voorkomen.
  • Controle op complicaties:
    • Regelmatige medische follow-up is belangrijk om eventuele complicaties zoals pulmonale hypertensie of blijvende ademhalingsproblemen op te sporen.

Preventieve maatregelen:

  • Langdurige antistollingstherapie:
    • Bij patiënten met een hoog risico op terugkerende longembolieën, zoals mensen met erfelijke stollingsstoornissen, kan langdurige of levenslange antistollingstherapie worden aanbevolen.
  • Compressiekousen:
    • Het dragen van compressiekousen kan helpen om de bloedcirculatie in de benen te verbeteren, vooral bij patiënten die een verhoogd risico hebben op diepe veneuze trombose (DVT), wat een veelvoorkomende oorzaak is van longembolie.
  • Regelmatige beweging:
    • Voor patiënten die een verhoogd risico hebben op bloedstolsels, zoals mensen met een sedentaire levensstijl of na operaties, wordt regelmatige beweging sterk aanbevolen. Dit kan eenvoudige wandelingen zijn of beenoefeningen, vooral tijdens lange vluchten of autoritten.
  • Gezond gewicht behouden:
    • Overgewicht verhoogt het risico op bloedstolsels, dus gewichtsbeheersing kan helpen bij het voorkomen van een longembolie.
  • Stoppen met roken:
    • Roken verhoogt het risico op stollingsproblemen, dus stoppen met roken is een belangrijke preventieve maatregel.
  • Hydratatie:
    • Het drinken van voldoende water helpt om het bloed dunner te houden, wat belangrijk is om stolsels te voorkomen, vooral tijdens lange reizen of na operaties.
  • IVC-filter (bij speciale gevallen):
    • Bij mensen die geen bloedverdunners kunnen gebruiken of een zeer hoog risico op herhaling hebben, kan een vena cava-filter worden geplaatst. Dit filter voorkomt dat stolsels uit de benen naar de longen reizen.

Levensstijl en preventie:

Het aanpassen van levensstijl speelt een grote rol in de preventie van een tweede longembolie. Gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van risicofactoren zoals langdurige immobiliteit en roken zijn allemaal belangrijke preventieve maatregelen.


Door deze nabehandelingen en preventieve maatregelen te volgen, kunnen de risico’s op complicaties en recidieven van longembolie aanzienlijk worden verminderd.



GZC AMSTELKWARTIER
GZC BUIKSLOTERHAM