ONDERSTE LEDEMATEN
De onderste ledematen omvatten de structuren van het lichaam die zich uitstrekken van de heupen tot aan de voeten. Ze bestaan uit de heupen, dijen, knieën, onderbenen, enkels en voeten. De heupen vormen de verbinding tussen de romp en de onderste ledematen en bevatten het heupgewricht, dat de kop van het dijbeen met het bekken verbindt.
Het dijbeen (femur) is het langste en sterkste bot van het lichaam en loopt van de heup naar de knie. De knie is een scharniergewricht dat het dijbeen met het scheenbeen (tibia) verbindt en wordt beschermd door de knieschijf (patella). Het onderbeen bestaat uit de tibia en het kuitbeen (fibula). De tibia draagt het grootste deel van het gewicht, terwijl de fibula aan de buitenzijde van het been ligt.
De enkel verbindt het onderbeen met de voet en omvat de onderste uiteinden van de tibia en fibula, samen met de talus. De voet bestaat uit meerdere botten, waaronder de voetwortelbeentjes (tarsalia), middenvoetsbeentjes (metatarsalia) en tenen (phalanges).
De onderste ledematen zijn essentieel voor mobiliteit, stabiliteit en het dragen van het lichaamsgewicht, en spelen een cruciale rol bij activiteiten zoals lopen, rennen en staan. Ze bestaan uit een complexe interactie van botten, spieren, pezen, ligamenten en zenuwen die samenwerken om beweging mogelijk te maken.
PROBLEMEN met de ONDERSTE LEDEMATEN