Pijn in de hand:
1. Carpaal tunnelsyndroom,
2. Artrose van de pols,
3. Tendinitis,
4. Artritis,
5. Peesproblemen.
Gevoelloosheid en tintelingen in de hand en vingers:
1. Carpaal tunnelsyndroom,
2. Cubitaal tunnelsyndroom,
3. Thoracic outlet syndroom,
4. Compressie van de zenuwen.
Zwakte in de hand:
1. Cubitaal tunnelsyndroom,
2. Zenuwcompressie,
3. Spieratrofie,
4. Letsel aan pezen.
Pijn bij bewegen van de pols of vingers:
1. Tendinitis,
2. Peesverrekking,
3. Artrose van de pols
4. Artrose van vingers.
Beperkte bewegingsvrijheid in de pols of vingers:
Zwelling in de pols of hand:
1. Trauma,
2. Ontsteking,
3. Artritis,
4. Infectie.
Koude of bleke handen:
1. Thoracic outlet syndroom,
2. Raynaud’s fenomeen,
3. Vasculaire problemen.
Spierkrampen of pijn in de duim en vingers:
1. Overbelasting,
2. Uitdroging,
3. Repetitieve bewegingen.
Pijn aan de bovenkant van de hand en pols:
1. Ganglioncyste,
2. Tendinitis,
3. Artrose van de pols.
Pijn in de pols bij specifieke activiteiten:
1. Overbelasting,
2. Tendinitis,
3. Carpaal tunnelsyndroom,
4. Peesproblemen.
Verkleuring van de huid (blauw, rood, wit) in de hand:
1. Vasculaire problemen,
2. Zenuwcompressie,
3. Raynaud’s fenomeen.
Vingers die vast blijven zitten in een gebogen positie:
1. Trigger finger (hokkende vinger),
2. Peesproblemen.
Het is belangrijk op te merken dat deze symptomen en mogelijke oorzaken niet altijd eenduidig zijn, aangezien sommige symptomen zich kunnen voordoen bij verschillende aandoeningen. Een grondige medische evaluatie, inclusief beeldvormende onderzoeken en lichamelijk onderzoek, is vaak nodig om de juiste diagnose te stellen en de passende behandeling te plannen.
De hierboven verstrekte medische informatie dient alleen ter algemene kennis.
Raadpleeg altijd uw huisarts voor persoonlijk advies en evaluatie van uw gezondheidstoestand.
