Synonyms:
Vallende ziekte, Convulsies, Insulten, Toevallen, Epileptische aandoening

Epilepsie is een aandoening waarbij mensen herhaaldelijk epileptische aanvallen ervaren. Deze aanvallen worden veroorzaakt door ongecontroleerde elektrische activiteit in de hersenen en kunnen variëren in ernst en symptomen.

In het kort:

Epilepsie is een neurologische aandoening waarbij de hersenen plotselinge, ongecontroleerde elektrische activiteit vertonen, wat leidt tot epileptische aanvallen. Deze aanvallen variëren in intensiteit, van korte bewustzijnsverlies tot hevige stuiptrekkingen. Epilepsie kan worden veroorzaakt door genetische factoren, hersenletsel of ziekten, maar de oorzaak is niet altijd bekend. Behandeling omvat vaak medicatie om de aanvallen te beheersen, hoewel sommige mensen ook baat hebben bij een operatie of andere therapieën. Het is een chronische aandoening die op elk moment in het leven kan ontstaan.


Er zijn verschillende soorten epilepsie, die voornamelijk worden ingedeeld op basis van het type epileptische aanvallen. Hier zijn de belangrijkste soorten:

  • Focale epilepsie: Aanvallen beginnen in een specifieke plek in de hersenen. Dit kan eenvoudige focale aanvallen of complexe focale aanvallen omvatten.
  • Algemene epilepsie: Deze aanvallen ontstaan in beide hersenhelften. Voorbeelden zijn tonisch-clonische aanvallen (grote aanvallen) en absences (korte periodes van bewustzijnsverlies).
  • Tonisch-clonische epilepsie: Dit is een veelvoorkomende vorm die zich kenmerkt door een combinatie van tonische (spierstijfheid) en clonische (stuiptrekkingen) aanvallen.
  • Myoclonische epilepsie: Dit type omvat plotselinge, korte spiercontracties of schokken.
  • Absence epilepsie: Kenmerkt zich door korte perioden van bewustzijnsverlies, vaak zonder ernstige symptomen.
  • Status epilepticus: Een medisch noodgeval waarbij een persoon langdurige of herhaalde epileptische aanvallen heeft zonder herstel van bewustzijn.
  • Pediatrische epilepsie syndromen: Specifieke syndromen zoals Lennox-Gastaut-syndroom of Dravet-syndroom komen voor bij kinderen.

Elke soort epilepsie heeft zijn eigen symptomen, oorzaken en behandelingsopties. Het is belangrijk om een zorgprofessional te raadplegen voor een juiste diagnose en behandelplan.

De symptomen van epilepsie variëren afhankelijk van het type epileptische aanvallen.


Hier zijn de symptomen voor de verschillende soorten epilepsie:

Focale epilepsie:

  • Eenvoudige focale aanvallen: Geen bewustzijnsverlies, maar kunnen leiden tot onwillekeurige bewegingen of sensorische symptomen, zoals tintelingen.
  • Complexe focale aanvallen: Bewustzijn is verstoord; de persoon kan zich in een droomachtige toestand bevinden, repetitieve bewegingen maken of desoriëntatie ervaren.

Algemene epilepsie:

  • Tonisch-clonische aanvallen: Begin met een spiersamentrekking (tonisch), gevolgd door ritmische schokken (clonisch). Vaak gaan deze aanvallen gepaard met bewustzijnsverlies, spierpijn, en verwarring na de aanval.
  • Absence aanvallen: Korte perioden van bewustzijnsverlies, vaak zonder andere symptomen, waardoor de persoon abrupt stopt met wat hij of zij aan het doen is.

Myoclonische epilepsie:

  • Plotselinge, korte spiercontracties of schokken, vaak in de armen of benen, soms met een korte periode van bewustzijnsverlies.

Status epilepticus:

  • Langdurige of herhaalde aanvallen zonder herstel van bewustzijn; dit is een medisch noodgeval en kan leiden tot ernstige complicaties.

Pediatrische epilepsie syndromen:

  • Lennox-Gastaut-syndroom: Verschillende soorten aanvallen, intellectuele beperkingen, en gedragsproblemen.
  • Dravet-syndroom: Hevige en langdurige aanvallen, vaak uitgelokt door koorts, en ontwikkelingsproblemen.

Het is essentieel om symptomen goed te herkennen en een zorgprofessional te raadplegen voor een juiste diagnose en behandeling. Elke soort epilepsie heeft zijn unieke symptomen die invloed hebben op de behandeling en het dagelijks leven.

De oorzaken van epilepsie kunnen variëren en zijn vaak complex.

Hier zijn enkele veelvoorkomende oorzaken:

  • Genetische factoren: Sommige vormen van epilepsie zijn erfelijk en kunnen door genen worden doorgegeven. Er zijn specifieke genen geïdentificeerd die bijdragen aan epileptische aandoeningen.
  • Hersenletsel: Traumatisch hersenletsel, zoals dat veroorzaakt door een val of verkeersongeluk, kan leiden tot epilepsie. Ook eerdere infecties, zoals meningitis of encefalitis, kunnen een rol spelen.
  • Ziekten: Bepaalde ziekten, zoals beroertes, tumoren of neurodegeneratieve aandoeningen, kunnen de hersenen aantasten en epileptische aanvallen veroorzaken.
  • Ontwikkelingsstoornissen: Aandoeningen zoals autisme of het Lennox-Gastaut-syndroom kunnen ook gepaard gaan met epilepsie.
  • Veranderingen in hersenstructuur: Abnormale structuren in de hersenen, zoals bij aangeboren aandoeningen, kunnen leiden tot epileptische activiteit.
  • Metabole stoornissen: Problemen met de stofwisseling, zoals hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel) of een tekort aan elektrolyten, kunnen aanvallen uitlokken.
  • Alcohol- of drugsgebruik: Het gebruik of de onthouding van bepaalde drugs of alcohol kan epileptische aanvallen veroorzaken.
  • Onbekende oorzaken: Bij veel mensen met epilepsie kan de exacte oorzaak onbekend blijven, wat leidt tot de diagnose “idiopathische epilepsie”.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de oorzaken van epilepsie per individu kunnen verschillen, en een grondige evaluatie door een zorgprofessional noodzakelijk is voor een juiste diagnose en behandeling.

De behandeling van epilepsie richt zich op het beheersen van epileptische aanvallen en het verbeteren van de levenskwaliteit.

Hier zijn de belangrijkste behandelingsopties:

Medicatie:

  • Antiepileptica: Dit zijn medicijnen die helpen om epileptische aanvallen te voorkomen of te verminderen. Veelvoorkomende antiepileptica zijn fenytoïne, valproaat, levetiracetam en lamotrigine. De keuze van medicatie hangt af van het type epilepsie en de individuele behoeften van de patiënt.

Chirurgie:

  • In gevallen waar medicatie niet effectief is, kan een operatie worden overwogen. Chirurgie kan inhouden dat een specifiek deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de aanvallen, wordt verwijderd (bijvoorbeeld bij focale epilepsie).

Dieet:

  • Ketogeen dieet: Dit is een hoog-vet, laag-koolhydraatdieet dat soms wordt gebruikt, vooral bij kinderen met therapieresistente epilepsie. Het kan helpen bij het verminderen van aanvallen.

Neuromodulatie:

  • Vagus nerve stimulation (VNS): Dit is een procedure waarbij een apparaatje wordt geïmplanteerd dat elektrische impulsen naar de vagus zenuw in de hals verzendt, wat kan helpen om aanvallen te verminderen.

Eerste hulp bij epilepsie:

  • Voor mensen met epilepsie is het belangrijk om te weten hoe te reageren in geval van een aanval. Dit omvat het zorgen voor een veilige omgeving, het niet vasthouden van de persoon, en het bieden van geruststelling na de aanval.

Levensstijl en ondersteuning:

  • Gezonde levensstijlkeuzes, zoals voldoende slaap, stressmanagement, en het vermijden van triggers (zoals alcohol en bepaalde drugs), kunnen helpen bij het beheersen van epilepsie. Ondersteuning van familie en vrienden, evenals deelname aan steungroepen, kan ook waardevol zijn.

Regelmatige controles:

  • Het is belangrijk voor patiënten om regelmatig hun voortgang te laten beoordelen door een zorgprofessional om de effectiviteit van de behandeling te monitoren en aanpassingen te maken indien nodig.

Elke behandeling moet gepersonaliseerd zijn op basis van het type epilepsie, de frequentie en de ernst van de aanvallen, en de algemene gezondheid van de patiënt.

Epilepsie kan leiden tot verschillende bijkomende complicaties, die zowel fysiek als psychologisch van aard kunnen zijn.

Hier zijn enkele veelvoorkomende complicaties:

  • Letsel tijdens aanvallen: Personen met epilepsie lopen risico op letsel door vallen, stoten of andere ongevallen tijdens een aanval.
  • Status epilepticus: Dit is een ernstige complicatie waarbij een persoon langdurige of herhaalde aanvallen heeft zonder herstel van bewustzijn. Dit vereist onmiddellijke medische aandacht.
  • Geestelijke gezondheidsproblemen: Mensen met epilepsie hebben een verhoogd risico op angststoornissen, depressie en andere geestelijke gezondheidsproblemen. De stress van het omgaan met de aandoening kan hieraan bijdragen.
  • Cognitieve problemen: Sommige mensen met epilepsie ervaren problemen met geheugen, concentratie en leervermogen, vooral als de aandoening niet goed gecontroleerd is.
  • Sociaal isolement: Door de stigma’s en misverstanden rond epilepsie kunnen patiënten zich sociaal geïsoleerd voelen, wat hun geestelijke gezondheid kan beïnvloeden.
  • Verlies van rijvaardigheid: In veel landen is het rijbewijs onderhevig aan strikte regelgeving voor mensen met epilepsie. Dit kan leiden tot beperkingen in mobiliteit en onafhankelijkheid.
  • Verhoogd risico op overlijden: Personen met epilepsie hebben een verhoogd risico op plotselinge onverwachte dood bij epilepsie (SUDEP), hoewel het risico relatief laag is.
  • Problemen met zwangerschap: Vrouwen met epilepsie kunnen extra risico’s lopen tijdens de zwangerschap, zoals complicaties voor zowel de moeder als de baby, en moeten hun medicatie zorgvuldig beheren.
  • Slaapstoornissen: Veel mensen met epilepsie hebben moeite met slapen, wat kan leiden tot vermoeidheid en het verergeren van de aandoening.

Het is belangrijk voor mensen met epilepsie om regelmatig medische controles te ondergaan en ondersteuning te zoeken bij het omgaan met mogelijke complicaties. Het ontwikkelen van een goede relatie met zorgverleners kan helpen bij het beheren van de aandoening en het minimaliseren van risico’s.

Er zijn verschillende nabehandelingsmethoden en preventieve maatregelen die kunnen helpen bij het beheer van epilepsie en het voorkomen van nieuwe aanvallen.

Hier zijn enkele belangrijke punten:

Nabehandeling Methoden:

  • Regelmatige follow-up: Het is cruciaal om regelmatig afspraken te maken met een neuroloog of epilepsiespecialist om de voortgang te evalueren en medicatie aan te passen indien nodig.
  • Medicatie-inname: Het consistent en op tijd innemen van voorgeschreven antiepileptica is essentieel voor het voorkomen van aanvallen. Patiënten moeten instructies van hun arts volgen en eventuele bijwerkingen rapporteren.
  • Educatie en training: Patiënten en hun families kunnen trainingen volgen over hoe om te gaan met aanvallen en eerste hulp bij epilepsie. Dit vergroot het begrip van de aandoening en verhoogt de veiligheid.
  • Ondersteuning en counseling: Het betrekken van psychologische ondersteuning of counseling kan helpen bij het omgaan met de emotionele en psychologische impact van epilepsie.

Preventie van Nieuwe Aanvallen:

  • Gezonde levensstijl: Regelmatige lichaamsbeweging, een uitgebalanceerd dieet en voldoende slaap kunnen bijdragen aan een betere algehele gezondheid en het verminderen van de kans op aanvallen.
  • Stressmanagement: Stress kan een trigger zijn voor epileptische aanvallen. Technieken zoals meditatie, yoga en ademhalingsoefeningen kunnen nuttig zijn.
  • Vermijden van triggers: Het identificeren en vermijden van persoonlijke triggers (zoals fel licht, bepaalde geluiden of stressvolle situaties) kan helpen bij het verminderen van het aantal aanvallen.
  • Alcohol- en drugsgebruik: Het vermijden van alcohol en het niet gebruiken van recreatieve drugs is belangrijk, aangezien deze middelen aanvallen kunnen uitlokken of de effectiviteit van medicatie kunnen beïnvloeden.
  • Regelmatige slaap: Het handhaven van een regelmatig slaapritme is cruciaal, omdat slaaptekort een veelvoorkomende trigger voor aanvallen is.
  • Educatie: Het leren over de aandoening, het begrijpen van symptomen en het kennen van het behandelingsplan kunnen patiënten helpen om proactief te zijn in hun zorg.

Door een combinatie van medische behandeling en zelfzorgstrategieën kan de frequentie en ernst van epileptische aanvallen vaak effectief worden beheerd. Het is belangrijk om alle strategieën in overleg met een zorgprofessional te bespreken en aan te passen aan de individuele behoeften.



GZC AMSTELKWARTIER
GZC BUIKSLOTERHAM